Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·saß
Woordherkomst en -opbouw
  • Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel be-

Werkwoord

besaß

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van besitzen
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van besitzen