beroepsorgaan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·roeps·or·gaan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep en orgaan met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsorgaan | beroepsorganen |
verkleinwoord | beroepsorgaantje | beroepsorgaantjes |
Zelfstandig naamwoord
het beroepsorgaan o
- (juridisch) orgaan dat oordeelt over een ingesteld beroep
Gangbaarheid
- Het woord 'beroepsorgaan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.