beroepsklasse
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·roeps·klas·se
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beroep en klasse met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsklasse | beroepsklassen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de beroepsklasse v
- (sociologie) sociale klasse van de beoefenaars van een beroep
Gangbaarheid
- Het woord 'beroepsklasse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.