bereikbaarheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·reik·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bereikbaar met het achtervoegsel -heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bereikbaarheid | bereikbaarheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bereikbaarheid v
- het haalbaar zijn van iets
- de mogelijkheid bij iets of bij iemand te komen.
- De bereikbaarheid van de De Erasmus Universiteit Rotterdam is met de fiets, het openbaar vervoer en met de auto goed.
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- bereikbaarheidsgids, bereikbaarheidsplan, bereikbaarheidsprobleem, bereikbaarheidsprofiel, bereikbaarheidstoeslag
Gangbaarheid
- Het woord bereikbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.