beregelde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·re·gel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beregelen |
beregelde
- enkelvoud verleden tijd van beregelen
- Ik beregelde.
- Jij beregelde.
- Hij, zij, het beregelde.
- Ik beregelde.
vervoeging van |
---|
beregelen |
beregelde