bemonsteringstheorema
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·mon·ste·rings·the·o·re·ma
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bemonstering en theorema met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bemonsteringstheorema | bemonsteringstheorema's |
verkleinwoord | bemonsteringstheoremaatje | bemonsteringstheoremaatjes |
Zelfstandig naamwoord
het bemonsteringstheorema o
- (informatica) (natuurkunde) (elektronica) een stelling over het bemonsteren van signalen met name t.a.v. het aantal bemonsteringen per seconde wat minimaal nodig is om een bepaalde frequentie digitaal te kunnen representeren
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'bemonsteringstheorema' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.