Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·moe·dig·de

Werkwoord

vervoeging van
bemoedigen

bemoedigde

  1. enkelvoud verleden tijd van bemoedigen
    • Ik bemoedigde. 
    • Jij bemoedigde. 
    • Hij, zij, het bemoedigde. 
  2. verbogen vorm van bemoedigd, voltooid deelwoord van bemoedigen