beluiken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·lui·ken
Woordherkomst en -opbouw
- ww: van Middelnederlands beluken, in het Nederlands alleen nog in enkele uitdrukkingen [1]
- zn: beluik ww met de uitgang -en
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beluiken |
belook |
beloken |
klasse 2 | volledig |
Werkwoord
beluiken
- overgankelijk (verouderd) iets sluiten
- overgankelijk (verouderd) iets verbergen of bedekken
Zelfstandig naamwoord
de beluiken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord beluik
Gangbaarheid
- Het woord 'beluiken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.