Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bel·boei
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belboei belboeien
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de belboeiv / m

  1. (scheepvaart) boei waarin een bel is opgehangen die door de golfbeweging wordt geactiveerd en die schepen 's nachts en tijdens mist aldus waarschuwt
Verwante begrippen

Gangbaarheid

50 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen