bekletst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·kletst
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van bekletsen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekletsen |
bekletst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekletsen
- Jij bekletst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekletsen
- Hij bekletst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bekletsen
- Bekletst!
vervoeging van: | bekletsen… |
verbogen vorm: | bekletste |
bekletst
- voltooid deelwoord van bekletsen
Gangbaarheid
- Het woord 'bekletst' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.