Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·jaard·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bejaardheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bejaardheidv

  1. het op hoge leeftijd zijn, het bejaard zijn
    • Bejaardheid als vraagstuk. 
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie