Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·hiel·den voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorbehouden

behielden (…) voor

  1. meervoud verleden tijd van voorbehouden
    • Wij behielden voor. 
    • Jullie behielden voor. 
    • Zij behielden voor. 

Gangbaarheid