behanger
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·han·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | behanger | behangers |
verkleinwoord | behangertje | behangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de behanger m
- (beroep) iemand die beroepsmatig behangsel op de muren aanbrengt
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. iemand die beroepsmatig behangsel op de muren aanbrengt
Gangbaarheid
- Het woord behanger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "behanger" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be