begrensdheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·grensd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begrensdheid | begrensdheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de begrensdheid v
- het ervaren van een belemmering
- ▸ Op de dag van een gevecht doen de soldaten opgewonden pogingen om buiten de begrensdheid van hun regiment te treden, ze luisteren, kijken en vragen gretig naar wat er om hen heen gebeurt.[1]
- ▸ Een bedreiging is volgens Canetti alles dat haaks staat op de identiteit van de massa. Omdat de massa appelleert aan gevoelens van vrijheid, groei en onbegrensdheid moeten zaken die 'begrensdheid' uitstralen zo veel mogelijk worden geëlimineerd.[2]
- iets wat je belemmert
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord begrensdheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), G.A. van Oorschot , ISBN 9789028251151
- ↑ Weblink bron Robin de Wever“Wat wilde Harens boze meute eigenlijk?” (25-09-2012), Tubantia