Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gint

Werkwoord

vervoeging van
beginnen

begint

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beginnen
    • Jij begint. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beginnen
    • Hij begint. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beginnen
    • Begint!