beginaccent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beginaccent (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈɣɪnɑkˌsɛnt / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- be·gin·ac·cent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van begin zn en accent zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beginaccent | beginaccenten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het beginaccent o
- (taalkunde) beklemtoning van de eerste lettergreep
- ▸ Voor een aantal van deze woorden is beginaccent normaal geworden (bijvoorbeeld 'diverse, 'absoluut); bij andere is het incidenteel.[1]
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'beginaccent' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron M.C. van den Toorn e.a. (red.)“Geschiedenis van de Nederlandse taal.” (1997), Amsterdam University Press, Amsterdam, ISBN 9053562346, p. 496