begeleider
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: begeleider (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·ge·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van begeleiden met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begeleider | begeleiders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de begeleider m
- iemand die een ander begeleidt (vergezelt) (ook (muziek))
- ▸ Op het evenement komen onder meer Antoon, Emma Heesters, Dave Roelvink en Jonna Fraser optreden. Ook is er een Bengelfestijn voor kinderen met tal van activiteiten. Laatstgenoemde is tot 12.30 uur nog gratis te bezoeken voor kinderen en maximaal twee begeleiders. Kaartjes voor het evenement zelf kosten 15 euro.[1]
- iemand die een ander met raad en daad bijstaat, een coach
- (astronomie) hemellichaam dat een grotere ster begeleidt
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord begeleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "begeleider" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Joost Dijkgraaf“Bevrijdingsfestival in Enschede stijf uitverkocht: ‘Al wachtlijst van 3.000 man’” (03-05-2022), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be