Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·gees·te·raar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord begeesteraar begeesteraars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de begeesteraarm

  1. iemand die andere mensen ergens enthousiast voor maakt

Gangbaarheid