begeerte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·geer·te
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verlangen’ voor het eerst aangetroffen in 1298 [1]
- Naamwoord van handeling van begeren met het achtervoegsel -te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begeerte | begeerten begeertes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de begeerte v
- sterk verlangen naar iets, hebzucht
- De reclame voor de nieuwe auto wekte een grote begeerte bij hem op.
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. verlangen
Gangbaarheid
- Het woord begeerte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "begeerte" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "begeerte" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be