beekrombout

Nederlands

mannetje

Uitspraak

• Geluid:  beekrombout    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• beek·rom·bout

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  beek zn  en  rombout zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	beekrombout	beekrombouten
verkleinwoord	beekromboutje	beekromboutjes

Zelfstandig naamwoord

beekrombout

1. (libellen) Gomphus vulgatissimus  een echte libel uit de familie van de rombouten (Gomphidae). Het is een donker getekende, plomp gebouwde rombout, die voorkomt bij beken en riviertjes. De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1753 als Libellula vulgatissima gepubliceerd door Carl Linnaeus

Hyperoniemen

• rombouten, echte libellen, libellen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'beekrombout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.