beekloopjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beekloopjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbeklopjəs / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- beek·loop·jes
Woordherkomst en -opbouw
- beekloopje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de beekloopjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord beekloop
- Oude rivier- of beekloopjes, heidevelden of veengronden, waar de mens met zijn handen vanaf is gebleven of de belangstelling voor heeft verloren, trekken Groen het meest. [1]
Verwijzingen
- ↑ Wessels, J."Berend Groen" in: Nieuwsblad van het Noorden jrg. 95 nr. 14 (18 januari 1982); p. 9 kol. 4; geraadpleegd 2017-06-24
Gangbaarheid
- Het woord 'beekloopjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.