bedrijfswagenschaamte

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·wa·gen·schaam·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfswagenschaamte
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfswagenschaamtev

  1. schaamte die mensen voelen als ze iedere dag met een auto van de zaak naar hun werk rijden

Gangbaarheid