bedrijfsblindheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·drijfs·blind·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bedrijfsblind met het achtervoegsel -heid
- samenstelling van bedrijf en blindheid met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfsblindheid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bedrijfsblindheid v
- niet zien wat er werkelijk gebeurt in het eigen bedrijf of de eigen samenleving
- In het verkiezingsprogramma van de PvdA valt het begrip eenmaal terloops; bij VVD en D66 komt vrijwilligerswerk niet ter sprake. Ook maakt geen enkel programma zich sterk voor het behoud van de giftenaftrek: bij uitstek het middel om verbinding te bereiken. Deze vijf verkiezingsprogramma’s overziend komt de vraag op: is dit tekenend, verontrustend of is het een vorm van bedrijfsblindheid?[1]
Gangbaarheid
- Het woord bedrijfsblindheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ NRC 22 november 2016