Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·dreigd
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

bedreigd

  1. bang gemaakt, dreigend bejegend
     Tot mijn opluchting zag ik dat het geen jonge beer, maar een grote vrouwtjescoyote was. Een soort kruising tussen een wolf en een vos. We stonden allebei doodstil en keken elkaar nieuwsgierig aan. Met haar lange neus snoof ze mijn geur op en kwam nog een aantal stappen naar me toe. Ze straalde een enorme rust uit en ik voelde me totaal niet bedreigd.[1]
  2. (biologie) mogelijk op het punt staand van uitsterven (als soort)
     Op de rode lijst van de internationale unie voor natuurbescherming staan koala's aangemerkt als kwetsbaar. Australië heeft de diersoort aangemerkt als bedreigd.[2]
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: bedreigen…
verbogen vorm: bedreigde

bedreigd

  1. voltooid deelwoord van bedreigen
     Een 57-jarige vrachtwagenchauffeur is vanmorgen op de A12 bij de grens met Duitsland opgepakt, omdat hij een medeweggebruiker heeft bedreigd met een pistool.[3]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Weblink bron
    nieuwsredactie
    “Voor het eerst koala's te zien in Nederlandse dierentuin” (24 april 2024) op nu.nl  
  3.   Weblink bron “Trucker bedreigt automobilist met pistool” (Donderdag 17 maart 2016), NOS
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be