Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·delt

Werkwoord

vervoeging van
bedelen

bedelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedelen
    • Jij bedelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedelen
    • Hij bedelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bedelen
    • Bedelt! 
Verwante begrippen