bedelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·delt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bedelen |
bedelt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedelen
- Jij bedelt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bedelen
- Hij bedelt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bedelen
- Bedelt!