Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·broed
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bebroeden: de stam zonder -d omdat de stam al op -d eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
bebroeden

bebroed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebroeden
    • Ik bebroed. 
  2. gebiedende wijs van bebroeden
    • Bebroed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bebroeden
    • Bebroed je? 
vervoeging van: bebroeden…
verbogen vorm: bebroede

bebroed

  1. voltooid deelwoord van bebroeden