basketbalstertje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  basketbalstertje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bas·ket·bal·ster·tje

Zelfstandig naamwoord

het basketbalstertje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord basketbalster

Gangbaarheid

• Het woord 'basketbalstertje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.