Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·zie·ken·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basisziekenhuis basisziekenhuizen
verkleinwoord basisziekenhuisje basisziekenhuisjes

Zelfstandig naamwoord

het basisziekenhuiso

  1. (medisch) zeer eenvoudig ziekenhuis met alleen een aantal basis voorzieningen
     Personeel MC IJsselmeerziekenhuizen tegen plannen voor basisziekenhuis[1]
     Het noodlijdende LangeLand Ziekenhuis wordt overgenomen door zijn medische staf en zorgorganisatie Vierstroom. Zoetermeer houdt door de oplossing een basisziekenhuis.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rinke van den Brink en Roselien Herderschee
    “Personeel MC IJsselmeerziekenhuizen tegen plannen voor basisziekenhuis” (Woensdag 21 november 2018, 18:54), NOS
  2.   Weblink bron “Staf redt LangeLand Ziekenhuis” (Woensdag 10 juli 2013, 16:06), NOS