Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·team
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basisteam basisteams
verkleinwoord basisteampje basisteampjes

Zelfstandig naamwoord

het basisteamo

  1. team zoals het meestal is samengesteld

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be