Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·pak·ket
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basispakket basispakketten
verkleinwoord basispakketje basispakketjes

Zelfstandig naamwoord

het basispakketo

  1. meest elementaire pakket van iets (verzekering etc.) met de minste inhoud en de laagste prijs
  2. verzameling van meest essentiële zaken
     Conversaties met volslagen vreemden zaten niet in dit vreemdsoortige basispakket voor herintreders.[1]

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen