Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·in·ves·te·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basisinvestering basisinvesteringen
verkleinwoord basisinvesterinkje basisinvesterinkjes

Zelfstandig naamwoord

de basisinvesteringv

  1. begin investering
     De totale kosten van 15,3 miljard euro wordt door alle partijen een noodzakelijke basisinvestering genoemd die "gezien de impact van dit dossier te overzien is".[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Boeren, ondernemers en natuurbeheerders willen gezamenlijk stikstofcrisis aanpakken” (Dinsdag 25 mei 2021, 06:00), NOS