Spaans

Woordafbreking
  • ba·ra·ja

Werkwoord

vervoeging van
barajar

baraja

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van barajar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van barajar

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
baraja barajas

baraja v

  1. een spel kaarten