banmolen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ban·mo·len
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banmolen banmolens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de banmolenm

  1. graanmolen (meestal watermolen) waar boeren verplicht werden om hun graan te laten malen

Gangbaarheid

Meer informatie