bankstellenspecialist

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bank·stel·len·spe·ci·a·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankstellenspecialist bankstellenspecialisten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bankstellenspecialistm

  1. een winkel die bankstellen verkoopt
    • Iedereen kan zich een bankstellenspecialist noemen. 

Gangbaarheid