Nederlands

1:10 bankoverval
Uitspraak
Woordafbreking
  • bank·over·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankoverval bankovervallen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bankovervalm

  1. (financieel), (misdaad) beroving van een financiële instelling
    • Bij de bankoverval werd € 100.000 buitgemaakt. 
     Die analyse had tot de praktische conclusie geleid dat echte solidariteit bestond uit bankovervallen en wapendiefstallen om de PFLP behulpzaam te zijn.[1]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be