Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • band·stelt·kluut
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bandsteltkluut bandsteltkluten
verkleinwoord bandsteltkluutje bandsteltkluutjes

Zelfstandig naamwoord

de bandsteltkluutm

  1. (steltloperachtigen) Cladorhynchus leucocephalus   een vogel uit de familie Recurvirostridae   (kluten). Deze soort is endemisch in zuidelijk en zuidwestelijk Australië. De bandsteltkluut bewoont zoutmeren in het binnenland of aan de kust waar hij zich voedt met kleine kreeftachtigen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie