bandparodist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- band·pa·ro·dist
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van bandparodie met het achtervoegsel -ist
- samenstelling van band en parodist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bandparodist | bandparodisten |
verkleinwoord | bandparodistje | bandparodistjes |
Zelfstandig naamwoord
de bandparodist m
- (beroep) iemand die bandparodie bedrijft
- André van Duin was een bandparodist.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bandparodist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.