bandopnemers
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bandopnemers (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɑntɔpnemərs / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- band·op·ne·mers
Zelfstandig naamwoord
de bandopnemers mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bandopnemer
Gangbaarheid
- Het woord 'bandopnemers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.