Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • band·ge·heu·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bandgeheugen bandgeheugens
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het bandgeheugeno

  1. (informatica) (geschiedenis) een in de begintijd van de informatica veel gebruikt type geheugen bestaande uit een (goedkope) magneetband waarop de gegevens sequentieel zijn of worden vastgelegd
Verwante begrippen

Gangbaarheid