Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·len·kind
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ballenkind ballenkinderen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ballenkindo

  1. (tennis) jong persoon die de gespeelde ballen van de baan haalt tijdens een tenniswedstrijd
     "Het gaat terug naar de SARS-uitbraak in 2003. Een ballenkind was daarmee geïnfecteerd tijdens het toernooi. Er was besmettingsgevaar, maar dat konden we isoleren. Ik weet het niet zeker, maar volgens mij is de verzekering daarna uitgebreid", aldus Lewis.[1]
     Vier ballenkinderen werden eerder naar huis gestuurd met Mexicaanse griepsymptomen.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Wie verzekerde Wimbledon tegen corona? 'Had dat genie best willen zijn'” (08-04-2020), NOS
  2.   Weblink bron “Harry Potter-ster: ‘Ga ik nu dood?’” (07/07/2009), HP de Tijd