Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·ka·ni·se·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

balkaniseren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
balkaniseren
balkaniseerde
gebalkaniseerd
zwak -d volledig
  1. (politiek) een land staatkundig in kleine, onderling vijandige, onderdelen versnipperen
     De Amerikaanse internetbeveiliger Dan Kaminsky vreest dan ook voor de "Balkanisering" van het internet - naar de lappendeken van landjes op de Balkan. En dat zou een hoop economische groei kosten, zegt hij.[3]
     Lambert Mende Omalanga, de Congolese minister van Communicatie, heeft België er van beschuldigd Congo (DRC) te willen "balkaniseren". Hij benadrukt ook dat Kinshasa nadenkt over tegenmaatregelen, nadat de EU sancties had opgelegd aan enkele hooggeplaatste Congolezen. Dat melden lokale media.[4]
Vertalingen

Gangbaarheid

67 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. balkaniseren op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron “"Dann machen wir doch unser eigenes Internet?"” (25-10-2013,), NOS
  4.   Weblink bron
    IB
    “Congolese minister: "België wil Congo balkaniseren en herkoloniseren"” (21 juni 2017), De Morgen
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be