Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bag·ger·slib
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baggerslib baggerslibs
baggerslibben
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het baggerslibo

  1. modder die men van de bodem van een waterweg heeft gebaggerd
     De inspecteurs bezochten plekken waar met verontreinigde grond of baggerslib wordt gewerkt. Bij 53 van de 61 controles bleek niet alles in orde. Na de controle moest 22 keer het werk worden stilgelegd. De Arbeidsinspectie legde 11 keer een boete op.[2]
     Het scheelde weinig of er waren doden gevallen. Dat zegt de burgemeester van de Gelderse gemeente Buren. Hij is woedend. Want in baggerslib, dat per schip uit Weesp naar zijn gemeente is vervoerd, zat een vliegtuigbom van duizend pond.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Veel mis bij werk met vervuild slib” (Maandag 11 april 2011, 07:56), NOS
  3.   Weblink bron “'Als de grijper de ontsteking had geraakt, was ie afgegaan'” (Zaterdag 10 december 2011, 20:32), NOS