backofficemedewerker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- back·of·fice·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van backoffice zn en medewerker zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | backofficemedewerker | backofficemedewerkers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de backofficemedewerker m
- (financieel) (beroep) medewerker van de backoffice (van een bank)
Gangbaarheid
- Het woord backofficemedewerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.