babyzaak
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·by·zaak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van baby zn en zaak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | babyzaak | babyzaken |
verkleinwoord | babyzaakje | babyzaakjes |
Zelfstandig naamwoord
de babyzaak m
- een winkel waar men zaken verkoopt die men nodig heeft voor de verzorging van een heel jong kind
- Het bureau doet ook een aantal voorstellen ter verbetering. Zo schetst het enkele concrete branches die toegestaan zouden moeten worden, zoals een grote sportzaak, een babyzaak (ontbreekt in Almelo na vertrek Prénatal, red.), een witgoed/bruingoed- en elektronicazaak en een grote speelgoedzaak. [1]
- (juridisch) rechtszaak betreffende een baby
- Volgens de advocaten heeft het OM in de babyzaak op in totaal 70 punten de opsporingsregels aan zijn laars gelapt. De rechtbank oordeelde ook dat het OM nog meer fouten maakte in de zaak. [2]
Synoniemen
- [1] babywinkel
Gangbaarheid
- Het woord 'babyzaak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "babyzaak" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 01-01-17 Woonboulevard Almelo moet de strijd weer aangaan met concurrenten
- ↑ Reformatorisch Dagblad 04-07-2013 OM in beroep om vervolging ouders dode baby
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be