Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·by·moon
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord babymoon babymoons
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de babymoonm

  1. een laatste vakantie van een paar voordat de baby wordt geboren, m.a.w. de laatste keer dat men nog tijd voor elkaar heeft
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid