Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • baar·den

Zelfstandig naamwoord

de baardenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord baard

Werkwoord

vervoeging van
baren

baarden

  1. meervoud verleden tijd van baren
    • Wij baarden. 
    • Jullie baarden. 
    • Zij baarden.