avreiser
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- av·rei·ser
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
Werkwoord
avreiser
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van avreise
Zelfstandig naamwoord
avreiser
- nominatief bepaald mannelijk en vrouwelijk enkelvoud van avreise
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- av·rei·ser
Zelfstandig naamwoord
avreiser
- nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van avreis
Zelfstandig naamwoord
avreiser
- nominatief bepaald vrouwelijk enkelvoud van avreise