Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • avon·tuur·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord avontuurgen avontuurgenen
verkleinwoord avontuurgennetje avontuurgennetjes

Zelfstandig naamwoord

het avontuurgeno

  1. (medisch) variant van het DRD4-gen waardoor de dragers van deze variant avontuurlijker, ondernemender zijn en meer risicovol gedrag vertonen

Gangbaarheid