avondnieuws
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: avondnieuws (hulp, bestand)
Woordafbreking
- avond·nieuws
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van avond zn en nieuws zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | avondnieuws | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het avondnieuws o
- een nieuwsuitzending in de avonduren
- ▸ Toen het kinderprogramma af was, werd het avondnieuws aangekondigd en Erich Maria verloor gelukkig direct zijn interesse.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord avondnieuws staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Zij die dromen doden slapen nooit” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044640496