automatiseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·ma·ti·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse automatiser (met het achtervoegsel -iseren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
automatiseren |
automatiseerde |
geautomatiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
automatiseren
- overgankelijk automatisch doen werken
- De hele boekhouding werd geautomatiseerd.
- Mechaniseren gaat meestal over vervangen van spierarbeid door machines, bij automatiseren gaat meer over het vervangen van denkarbeid door machines en computers.
Vertalingen
1. automatisch doen werken
Gangbaarheid
- Het woord automatiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "automatiseren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be